zaterdag 20 oktober 2012

Verlaat niet wat Uw hand begon

Afgelopen week waren we in Harderwijk.
We bezochten daar de prachtige grote kerk en hadden een fijn gesprek met de meneer en mevrouw die de openstelling van de kerk mogelijk maakten.

In de kerk vond ik het volgende gedicht.
Ik kom zelf uit een visserfamilie en daarom spreekt dit gedicht en de herkenbaarheid mij bijzonder aan!


Verlaat niet wat Uw hand begon

Ik zat vandaag weer in de kerk
waar eens mijn voorgeslacht
-dat jarenlang de zee bevoer -
aan U de eer toebracht.

Zij waren driftig, maar ronduit,
je kon van hen opaan.
'Schippers naast God' en U was steeds
de kern van hun bestaan.

Zij zongen 's zondags in de kerk,
psalmen uit volle borst.
Dat vrome volk in U verheugd,
heeft niet veel tijd vermorst.

Op zondagavond, na de kerk,
was er het psalmenspel
en wie er dan maar weinig wist,
die was niet erg in tel.

Zij zongen U ook door de week
aan boord hun loflied toe.
't Afhoudertje heel hoog en schel
met heimwee naar zijn 'moe'.

Mijn opa, die deemoedig bad
om een behouden vaart,
dankte U, dankbaar als een kind,
als U hen had gespaard.

En als een schip op zee verging,
er rouw was in de kerk,
dan steeg naar U hun smeekgebed:
'Voltooi in ons Uw werk'.

Ik zat vandaag weer in de kerk,
blij met mijn voorgeslacht,
dat mij 'het ene nodige',
Uw Woord, heeft bijgebracht.

dichter onbekend


Visser met fuiken in de haven van Tholen